ICT-studie

ICT-studies en -opleidingen zijn populair bij blinden en zeer slechtzienden. Een ICT-studie biedt relatief veel kans op een baan. Je zou dus verwachten, dat de weg naar een ICT-studie redelijk goed geplaveid is. Maar dan kom je bedrogen uit. De eerste hobbel is het kiezen van een profiel met wiskunde op havo en vwo. Dat heb je nu eenmaal nodig voor een ICT-studie op hbo of universiteit.

Na het lezen van dit artikel snappen ICT-werkgevers dat blinde en slechtziende sollicitanten uit bijzonder hout gesneden zijn, leerlingen en studenten dat ze bereid moeten zijn een stapje harder te lopen en beleidsmakers dat er werk aan de winkel is.

Ervaringen

Wat zeggen leerlingen en docenten over de (on)mogelijkheden om een profiel met wiskunde te kiezen?

Leerlingen en studenten

  • “Ik kreeg in 2003 het advies om een taalgeoriënteerde studierichting te kiezen; dat zou veel gemakkelijker zijn, want tekst is op de computer zonder problemen toegankelijk, in tegenstelling tot wiskunde. Zo zou ik ook tijd over houden voor leuke dingen. Toen ik 14-15 was, vond ik dat wel best. Achteraf heb ik spijt, want ik heb omdat ik een ICT-studie doe, veel alsnog in moeten halen. Ik heb er daardoor langer over gedaan.”
  • “Wij kregen van school in 2002 een brief, dat het voor mij niet mogelijk was het NT-profiel te kiezen op het vwo, vanwege alle te verwachten problemen met de studieboeken en met proefjes bij schei- en natuurkunde. Het kon uiteindelijk toch omdat er een project werd gestart waarin de docenten extra tijd kregen voor voorbereiding en extra individuele uitleg of pre-teaching, zodat ik in de les mee kon doen.”
  • “Mijn school wilde niet meewerken. Mijn vader, gewezen wiskundedocent, heeft ervoor gezorgd dat ik het havo-examen wiskunde kon doen. Daarna een ICT-studie op hbo-niveau. Ook daar heb ik weer alles zelf geregeld met hulp van thuis. Ik vloog er doorheen en had best universiteit kunnen doen. Ik werk nu alweer een aantal jaar als ZZP’er.”
  • “Het was allemaal zo ingewikkeld om alles voor elkaar te krijgen, ook omdat ik met een Mac werk, dat ik van vwo naar havo ben overgestapt. Dat is genoeg om bij een hbo-opleiding ICT te worden toegelaten. Een alfarichting zie ik niet zitten; daar word ik zeker weten niet gelukkig van.”
  • “Op de universiteit moet ik zelf maar uitvinden hoe ik met bepaalde programma’s kan werken. Of ik moet een alternatief vinden. Vervolgens moet ik zelf leren hoe ik ermee kan werken en vaak zijn er problemen om wat ik nodig heb in het netwerk te hangen. Tegen de tijd dat ik kan beginnen, zijn de anderen al klaar. En niet alle docenten werken mee; het kost hen extra tijd wanneer ik dingen op een andere manier doe dan de rest.”
  • “Ik had er een dagtaak aan om iedereen op te leiden om het studeren voor mij mogelijk te maken. Ik ben dus maar een richting en vakken gaan kiezen, waarvoor al het materiaal toegankelijk is en online te vinden is, al dan niet in wetenschappelijke bibliotheken.”

Het beeld dat naar voren komt is, dat leerlingen vaak actief ontmoedigd worden om een bètaprofiel of -studie te kiezen en dat ze er, als ze dat doen, in hoge mate alleen voor staan. Af en toe hoor je dat iemand een of zelfs meer docenten treft, die het leuk vinden om een blinde bèta in de klas te hebben en er (heel) veel vrije tijd in steken. Maar dat zijn uitzonderingen, die de regel bevestigen.

Bètadocenten regulier onderwijs

Docenten vinden desgevraagd vrijwel unaniem dat zij extra tijd of hulp in de klas zouden moeten krijgen voor uitleg op maat of pre-teaching en voor bijvoorbeeld het aanpassen van toetsen en examens. Ook zouden ze eerder en duidelijker informatie willen over exameneisen; wat wordt getoetst en wat mag er wel bij examens en wat niet? Dat zou je van het begin af precies moeten weten en niet pas in de loop van het laatste jaar.

Oplossingen

In bovenstaande uitspraken worden diverse obstakels genoemd. Wat zijn mogelijke oplossingen of oplossingsrichtingen?

Notatie

De eerste stap naar een ICT-studie is het kiezen van een bètaprofiel en dat is dus al een flink obstakel. Vooral wiskunde is daarbij een struikelblok. Niet omdat  iemand met een visuele beperking geen wiskunde zou kunnen doen, maar omdat de benodigde kennis door ‘integratie’ (kleine aantallen leerlingen verspreid over heel Nederland met veel verschillende types onderwijs en diverse wiskundemethodes) teloorging,  te beginnen met notatie, ofwel: het lezen en schrijven van wiskunde in braille.

  1. Wie dieper in het onderwerp wil duiken, kan twee Engelstalige artikelen lezen. Op DEIMS 2012 werd een schets gegeven van deze teloorgang en van de voorgestelde oplossing. Kies de link Proceedings, open de zip, open Main Content en open 02Presentation DEIMS12 feb 2011.docx (Promoting inclusion in mathematics and science in secondary mainstream and higher education).
  2. Vier jaar later lijkt het of die – weer wat verder uitgewerkte – oplossing zo gek nog niet is: “Math notation used in The Netherlands: quick fix or lasting solution?

overig

Daarnaast is en blijft goed onderwijs belangrijk. Ziende leerlingen die zich zonderde juiste steun op het juiste moment van een adequate docent moeten zien te redden met het wiskundelesboek, redden het meestal ook niet. Ofwel: al zouden alle notaties in alle wiskundeboeken goed toegankelijk zijn, dan nog blijft het probleem, dat uitleg en oefeningen gericht zijn op ziende leerlingen/studenten. D.w.z. dat er veel gebruik gemaakt wordt van afbeeldingen. En dat gebruikte software veelal ontoegankelijk is. Dus behalve toegankelijke notatie is een combinatie nodig van:

  • expert-users en/of degenen die hen hebben opgeleid inschakelen
  • extra tijd voor docenten voor 1-op-1 uitleg
  • preteaching en/of begeleiding op afstand van docent en/of leerling
  • inclusief lesmateriaal gericht op brailleleerlingen
  • aparte online lessen voor brailleleerlingen, (zoals/op) Kahn Academy
  • gespecialiseerde begeleiding voor leerling en/of docent
  • een positieve en empowerende attitude van begeleiders (‘yes you can’)
  • alternatief les- en toetsmateriaal voor ontoegankelijke onderwerpen
  • tijdige info over wat wel en niet mag bij examens duidelijker en beter vindbaar
  • internationale samenwerking zoals ICCHP-Summer University
  • lokaal bundelen en delen van kennis zoals de BlindScience Conference

2 thoughts on “ICT-studie

  1. Ik ben benieuwd naar de publicatiedatum van het artikel “Math notation used in The Netherlands: quick fix or lasting solution?“ . Zou dat er wellicht bij geplaatst kunnen worden. Alvast bedankt.

Laat een antwoord achter aan Wendy Voorn Antwoord annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *