Applicaties ontwikkelen

De hieronder omschreven tips kunnen als richtlijnen worden toegepast in de ontwikkeling van een applicatie. Deze informatie is vooral voor ontwerpers van groot belang.
Als er in een vroeg stadium rekening gehouden wordt met gebruiksvriendelijkheid, toegankelijkheid en structuur, zal het totale product met een eenduidige structuur zeer stabiel werken en er zeer overzichtelijk en gebruiksvriendelijk uitzien. Bovendien is het geheel functioneel en technisch veel beter te beheren. Door: Peter op ’t Hof.

Inhoud

Scope

Aangezien de applicaties die beschikken over een tekst-interface sowieso toegankelijk zijn, wordt er in deze uiteenzetting uitgegaan van een applicatie met een grafische desktop-gebruikersinterface. De webinterface wordt op de pagina over toegankelijkheid van websites verder uitgewerkt.

Hierbij worden de volgende richlijnen gehanteerd:

* Section 508 Standards
* IBM Java accessibility checklist – version 3.1
* Normenkader binnen User Centered Design (UCD) ten aanzien van toetsing op kwaliteit
* Eisen voor bediening in Human Computer Interaction (HCI)

Uit eigen ervaring en harde werkelijkheid willen wij graag u de volgende tips voor het ontwikkelen van een grafische applicatie meegeven die zowel gelden voor Windows-, OSX/IOS- en Linux/Unix (KDE/GNOME). Ze zijn gegroepeerd rond 10 onderwerpen.

1 – Toetsenbordbediening

Voor elke actie, die met de muis kan worden uitgevoerd, moet een toetsencombinatie beschikbaar zijn. Ergo, de muis moet kunnen worden gemist.
Hierdoor is uw applicatie niet afhankelijk van randapparatuur, wordt RSI daadwerkelijk tenietgedaan en kan de gebruiker sneller zijn/haar weg vinden.
Dit is bijvoorbeeld bij baliewerk (waarbij werken met de muis lastig is), zeer nuttig.

Voor het ontwerpen van een doordachte gebruikers-interface via het keyboard, helpen de volgende zaken:

  • Gebruik maken van ergonomisch verantwoorde toetsencombinaties waardoor de gekozen toetsen niet ver van elkaar verwijderd zijn
  • Zo weinig mogelijk gebruik maken van repeterende toetsaanslagen
  • Toetsencombinaties dienen keyboard-commando’s van screenreaders zo weinig mogelijk te overschrijven, of toetsencombinaties kunnen (indien mogelijk) door de gebruiker te worden aangepast. (Deze tip is trouwens meer een wens, omdat er erg veel software voor gehandicapten op de markt is).

2 – Schermindeling

Gebruik een overzichtelijke indeling van het scherm. Plaats bij een invulformulier altijd een “:” achter de veldnaam, zodat Scherm-uitlees-software de in te vullen velden kan herkennen. Maak de tekst niet op in kolommen, wanneer er verschillende onderwerpen worden behandeld en plaats de eventuele Tooltips niet te ver van de Icon waarop deze betrekking heeft. Een visuele reactie na het verslepen van Items helpt ook enorm.

Zorg bij het wijzigen van de focus op het scherm dat deze situatie duidelijk wordt weergegeven en bied de screenreader de kans om deze situatie te bewaken.
Om aan deze eis te voldoen is het simpel volgen van de internationaal geldende programmeerstandaarden voldoende.

3 – Functies

Gebruik geen functies die buiten de systeem-functies om aangeroepen worden.
Denk bijvoorbeeld aan tekststrings, die via objecten worden getoond. In eerste instantie kan het lijken alsof tekortkomingen van een besturingssysteem zo verbeterd ontwikkeld kunnen worden om de applicatie stabieler te laten werken, maar een neveneffect is dat Items niet worden getoond of met afwijkingen functioneren. Het resultaat is vertekent en fouten zijn lastig op te sporen. Bestudeer zorgvuldig de standaard set aan API’s en objectbibliotheken die u in uw ontwikkelomgeving ter beschikking staan.

4 – Systeemcontroles

Gebruik altijd systeemcontroles. Maak geen eigen Icon-classes of klikbare schermgebieden, maar gebruik standaard menu’s, dialogen, cursors, toolbars, Enz.

5 – Tekst

Maak geen gebruik van afbeeldingen (Bitmaps) voor het weergeven van tekst.
Gebruik uitsluitend Ascii om teksten weer te geven.

6 – Codes

Gebruik geen bizarre codes, zoals:

Hey 3270′

7 – Aanpasbare gebruikersinterface

Bied de gebruiker in de applicatie de mogelijkheid de gebruikersinterface aan te passen door het lettertype, de kleuren of het contrast te veranderen. Relatief kunnen hiervoor standaard objecten worden gebruikt.

Blinkende tekst lijkt grafisch veel toe te voegen, maar kan storend werken. Zeker als het zicht minder wordt (bijvoorbeeld bij ouderen), dan dient er rekening gehouden te worden met de frequentie die de benodigde intensiteit van het licht veroorzaakt.

8 – Tekstlabels

Voorzie elke Icon van een label en zorg dat deze allemaal in de tab sequence verwerkt zijn.
Hierdoor is ieder veld in een Tab-blad te bereiken en wordt er geen veld vergeten. Het succes van deze aanpak is eevoudig te testen.

9 – Weergave focus

Zorg altijd dat de Focus van het programma op een standaardwijze wordt weergegeven.
De ‘System-Carret’ is een goed voorbeeld hiervoor. Op deze wijze vormt het werken met ‘Off-screen modellen’ geen probleem meer.

Vermijd ook zoveel mogelijk het gebruik van overbodige graphics, schaduweffecten, knipperende balken en oplichtende lijnen.

10 – Geen tijdslimiet

Koppel geen tijdslimiet aan een actie. De gebruiker moet altijd de tijd krijgen om de scherminhoud te lezen, om data in te voeren en te bewerken.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *