Er zijn grofweg twee categorieën ICT-gebruikers.
De eerste prutst met overgave tot iets werkt. Daarna is het al gauw niet meer leuk. Dan bedenken ze iets nieuws wat ook zou kunnen. En storten zich daar weer op. Ze schrijven scripts, kleine programmaatjes, morrelen desnoods aan het moederbord, kaarten of andere onderdelen. Van oude onderdelen knutselen ze iets nieuws. Wat ook leuk is: iets wat het niet meer doet weer aan de praat krijgen. Deze categorie duid ik aan met compeuteraars.
De tweede categorie baalt ervan als iets niet doet wat het zou moeten doen en wil eigenlijk alleen maar dat ICT ze helpt dingen te doen. Ze zien de computer als een middel om iets op te zoeken, uit te rekenen, te ordenen en bewaren, contacten te onderhouden en spellen te spelen, wat dan ook. Liefst vinden ze zo snel mogelijk een programma dat hen bevalt en waar je zo mee aan de slag kunt. Al werkend ontdekken ze steeds meer mogelijkheden, wat ze vooral leuk vinden omdat ze dan sneller of beter of met meer plezier kunnen werken of gamen. Dat zijn de computeraars.
Helaas moet je als je blind bent niet alleen een handige computeraar zijn. Je vindt namelijk zelden iets waar je zo mee aan de slag kunt. In het beste geval hoef je alleen maar uit te vinden hoe je met de command line kunt werken in plaats van met een GUI (graphical user interface). En moet je prutsen aan allerlei instellingen. Of net zo lang zoeken tot je de juiste configuraties en instellingen bij elkaar gevonden hebt, want soms zijn oudere versies beter toegankelijk dan de nieuwste, maar werkt de nieuwste versie van een besturingssysteem niet zonnig samen met verouderde applicaties. Kortom: je moet wel een beetje compeuteraar zijn.
Dus ouders of docenten: als uw blinde kind of leerling graag experimenteert, laat hem (of haar) vooral zijn gang gaan, ook als u zich afvraagt waar dat nou toch allemaal goed voor is en of hij (of zij) geen ‘nuttigere dingen’ te doen heeft. De boel herinstalleren zal al gauw weinig geheimen meer voor hem hebben. En later, wanneer hij – noodgedwongen, want studie of werk moet op tijd af – steeds meer computeraar wordt, heeft hij er reuze veel plezier van!